In dit gerecht gebruiken we natuurlijk ook stukjes rookworst, om de echte Hollandse smaak aan het gerecht te vervolmaken.
Verhit een koekenpan, maar doe er geen boter of olie in. Rooster hierin de hazelnoten op een middelhoog vuur, gedurende ongeveer 3 minuten.
Doe de hazelnoten op een bord en laat de noten afkoelen. Na het afkoelen hak je de hazelnoten grof.
Schil de aardappelen en de knolselderij, en snij beiden in ongeveer even grote stukken.
Maak de winterpeen schoon en snij deze in niet al te grote stukken.
Kook de winterpeen, de knolselderij en aardappelen in een pan met water en wat zout, in ongeveer 20 minuten gaar.
Maak ondertussen de rookworst warm volgens de aanwijzing op de verpakking.
Giet de aardappelen, de winterpeen, en de knolselderij af. Voeg de melk toe, het karwijpoeder, de boter, en wat peper en zout naar smaak.
Stamp de stamppot met een pureestamper, waarbij je zelf kunt kiezen of het fijn gestampt moet worden, of dat je liever nog grote stukken hebt.
Haal de rookworst uit de verpakking en snij deze in plakken.
Roer de plakjes rookworst door de stamppot, alhoewel je deze natuurlijk ook apart kunt serveren.
Verdeel de stamppot over vier borden en strooi er wat geroosterde hazelnoten over.
De geroosterde hazelnoten kun je eventueel weglaten, of vervangen door bijvoorbeeld geroosterde pinda's of walnoten.